‘Een van de dingen die we hebben gezien is hoe moeilijk het is voor experts om kinderen die misbruikt zijn te identificeren. We hebben deskundigen ‘blind’ naar symptomen van de kinderen laten kijken. Dan zie je dat ze veel misbruikte kinderen er niet uit pikken. Bij 24 bewezen misbruikte kinderen schatten zij bijvoorbeeld de kans dat het was misbruikt ‘laag’ in.’ Dat vertelt Bosschaart in een interview op NRC.nl. ‘Er zullen dus zeker kinderen worden gemist. Daarom is onderzoek ook zo belangrijk’, stelt Bosschaart in een interview met de Volkskrant.
125 kinderen
Voor haar onderzoek kreeg Bosschaart inzage in de dossiers van 125 kinderen tussen 0 en 6 jaar oud, die in aanraking zijn geweest met pedagogisch medewerker Robert M. Bij 54 van deze kinderen staat vast dat zij zijn misbruikt. Bij 15 van de 54 was tijdens lichamelijk onderzoek een gedragsverandering te zien. ‘Een kind dat tot dan toe bijvoorbeeld heel open was in het contact met de arts, raakte ineens in zichzelf gekeerd. Omdat zo’n plotselinge gedragsverandering een indicatie zou kunnen zijn van misbruik, adviseren wij om voortaan een gedragswetenschapper het kind te laten observeren tijdens lichamelijk onderzoek’, vertelt Bosschaart.
Zorgelijk gedrag
68 procent van de kinderen had psychosociale problemen en ruim een derde van de kinderen die met Robert M. in aanraking zijn geweest, vertoonde in de periode erna ‘zorgelijk seksueel gedrag’. Kinderen hadden angst voor seksualiteit, deden seksuele uitspraken of voerden seksuele handelingen uit. Het gedrag is zo opvallend, dat het mogelijk kan worden gebruikt voor het opsporen van kinderen die seksueel misbruikt zijn, stelt Bosschaart.
Promoveren
Recognizing child sexual abuse is het eerste uitgebreide onderzoek dat wordt gepubliceerd over de gevolgen voor de slachtoffers in de Amsterdamse zedenzaak. Op 11 oktober promoveert Bosschaart op dit onderzoek.